KDV en BSO 'de Pionier'


Admiralengracht 301
1056 EB Amsterdam

Huurder: Akros Kinderopvang 

 

Gemeentelijk monument

Stedenbouwkundige context

De school voor het voormalige Openbaar Voorbereidend Onderwijs, oorspronkelijk De Klimop genaamd, staat op de hoek van de Admiralengracht 301 en de Vancouverstraat, in het noordelijke deel van het stadsdeel De Baarsjes. Het bijna geheel vrijstaande schoolgebouw staat aan de westzijde van de Admiralengracht, die begint bij de Postjesweg en eindigt ter hoogte van de Jan van Galenstraat. Alleen aan de noordkant sluit een kort gedeelte aan op het belendende woonblok. Aan overzijde van het schoolplein staat de basisschool Rosa Boekdrukker uit 1994 van architect Farquarson.

De landschappelijke onderlegger is de Sloter Binnen en Middelveldsche Gecombineerde Polder van de Gemeente Sloten, ook wel de Sloterpolder Baarsjeszijde genoemd. De Gemeente Sloten had de architecten S.N. du Croix en H.A. Rübenkamp in respectievelijk 1909 en 1916 opdracht gegeven voor dit gebied uitbreidingsplannen te ontwerpen. In hoofdlijnen volgden deze stedenbouwkundige plannen de richtingen van de slotenverkavelingen en eigendomsverhoudingen van de polder. Deze verkavelingen waren grofweg noord-zuid gericht - in tegenstelling tot het naburige Oud West waarbij de onderliggende verkaveling oost-west was. Nadat Amsterdam dit gebied ten oosten van de Kostverlorenvaart in 1921 geannexeerd had, werden meerdere deelplannen ontworpen.

De 'Commissie van Drie', met de architecten ir Jan Gratama, G. Versteeg en ir A.R. Hulshoff, hadden in 1921-1924 in opdracht van de Bouwgrond Exploitatie Maatschappij 'De Hoofdweg' deelplannen op basis van Rübenkamps plan ontworpen. De woonblokken van de Admiralengracht komen op de plattegronden voor, maar de Vancouverstraat en de school zijn nog niet ingetekend. Toen de afdeling Stadsontwikkeling van Publieke Werken met Cornelis van Eesteren, het Algemeen Uitbreidingsplan in 1934 lanceerde, behoorden De Klimop, die in 1930 gebouwd is en de Vancouverstraat (Rb 1930) al tot bestaande bouw.

Samenhang tussen openbare ruimte en architectuur was een van de voorwaarden bij de invulling van het plangebied. Dat impliceerde dat de stedenbouwkundige betekenis van het schoolgebouw van evident belang werd, wat tot uitdrukking kwam door de beeldbepalende plaatsing van de school op de Admiralengracht en op de hoek van de Vancouverstraat.

Gebouwtype en bouwgeschiedenis in hoofdlijnen

De school voor Voorbereidend Onderwijs (kleuterschool) naar ontwerp van de Dienst der Publieke Werken heeft een asymmetrisch T- vormige plattegrond met een oostwest gelegen hoofdas. Zij behoort tot het type corridorschool met in het hoofdgebouw zes lokalen aan de zuidzijde (tevens pleinzijde) van de gang en utilitaire ruimtes als toiletten, wasplaatsen en andere nevenruimten aan de noordzijde. Op de westkop sluiten twee grote speellokalen dit bouwdeel af. Aan de oostzijde is de vestibule op de begane grond en de kamer van het schoolhoofd op de verdieping. Aan de oostzijde sluiten ook twee andere bouwdelen aan, te weten een korte tweelaagse vleugel onder een zadeldal waarin het trappenhuis is ondergebracht (noordoost) en een langgerekte eenlaagse vleugel onder een plat dak (zuidoost) waarin in de hoek met het hoofdgebouw het portaal met de straat- en pleintoegangen is ondergebracht en verder als overdekte speelplaats bestemd was. Deze vleugel begrenst het speelplein aan de Admiralengracht.

Vanaf 1935 tot de opheffing in de jaren 1980 werd De Klimop gebruikt als kleuterschool. In 1994 werd het naar ontwerp van Architectenbureau M. van Haaren herontwikkeld als kinderopvang voor baby’s en peuters. Daarbij is de hoofdindeling behouden. Voorzieningen als wasplaatsen en keukens zijn verwijderd. Bovendien kwamen er aanvullende voorzieningen zoals een centrale keuken en peutertoiletten op de scheiding van de lokalen, reversibele inbouw van slaapkamers en dergelijke. In 1996 is het speelplein met de helft verkleind en van een hoog hekwerk met een serie gemetselde nissen afgescheiden van de Vancouverstraat. Toen werd ook de lage vleugel ingekort waarbij de overdekte speelplaats opslagruimte werd. In de architectonische uitwerking werd de detaillering van het oorspronkelijk gebouw opnieuw toegepast zodat de verandering niet direct opvalt (ontwerp Atelier Unda). De oorspronkelijke indeling van het schoolplein, met een beplantingshaag langs de klaslokalen en langs de zuid- en westzijde, een ruime speelplaats en een viertal schooltuinen is in de loop der jaren verdwenen. In 1994 is langs de lokalen een verhoogd terras aangelegd. Deze wijzigingen doen geen afbreuk aan de monumentale waarde van het gebouw.

Architectonische verschijningsvorm

Exterieur

De kleuterschool aan de Admiralengracht wordt gekenmerkt door drie bouwvolumes met rode zadeldaken van verschillende hoogte. Het gebouw is opgemetseld in rode baksteen met toepassing van natuursteen voor de hoek- en afsluitblokken. Paarsblauwe baksteen is gebruikt voor de lage vleugel en de plint aan de oostzijde van het gebouw. De halfronde lage vleugel markeert en omarmt het schoolplein als het ware en schept zodoende een beschutte schoolwereld.

De zuidgevel aan de Vancouverstraat weerspiegelt in de compositie van volumes de interne indeling. Het meest westelijke deel bevat de speellokalen, hetgeen gemarkeerd wordt doordat het risaleert en een dwarskap boven een topgevel heeft. Het deel met de klaslokalen en de vestibule/directiekamer bevinden zich onder een evenwijdig aan de gevel geplaatst zadeldak. Deze gevel is verdeeld in vier raamtraveeën en een smallere ingangstravee. De drie raamtraveeën van de klaslokalen bestaan uit twee maal drie boven elkaar liggende lokaalramen. Elk klaslokaal heeft drie gekoppelde ramen. Een enkel lokaalraam is verticaal in drie gelijke rechthoeken verdeeld is waarbij de bovenste twee ramen door roeden onderverdeeld zijn in negen ongelijkbrede ruiten. Tussen de twee rijen brede ruiten is een strook van drie smalle ruitjes gezet.

De gevel aan de Admiralengracht wordt achtereenvolgens bepaald door de lage vleugel met een vensterstrook onder de dakgoot en de excentrisch gelegen entree met openslaande houten deuren; de oostelijke kop van het hoofdgebouw onder het zadeldak waarin de vestibule en directiekamer herkenbaar zijn aan respectievelijk de horizontale vensterreeksen en de openslaande deuren met een Frans balkon; en uiteindelijk het tweelaagse bouwdeel met een evenwijdig geplaatst zadeldak waarin het trappenhuis is ondergebracht dat voorzien is van onder meer twee verticale glas in lood vensters.

Bij de achtergevel van het hoofdgebouw wordt duidelijk dat alleen de lokalen onder het zadeldak zitten en dat de gangen en de utilitaire ruimtes van een plat dak voorzien zijn. Deze gevel is eveneens fraai vormgegeven. In de kap steekt een markante reeks schoorstenen, direct onder de daklijn bevindt en op de begane grond is een horizontale vensterstrook van 20 ramen die door witgeverfde dagkanten van elkaar gescheiden worden en verticaal in drieën worden geleed. Boven het hoogste kalf is een tuimelraam. Het speellokalendeel is aan deze zijde identiek aan dat van de voorgevel met dit verschil dat op de begane grond geen deur in het midden aanwezig is maar een raam.

Interieur

De interieurafwerking is voor een aanzienlijk deel nog aanwezig. In de vestibule is de originele houten zitbank intact. De vloeren van het portaal, de vestibule en het trappenhuis zijn bekleed met een tegelpatroon van gele tegels, omkaderd door zwarte tegels en daaronder bevindt zich een groen tegelvlak dat door witte gedecoreerde tegels omrand is; de gangen hebben gele tegels, maar deze vloeren gaan net als de houten bedekking van de lokalen tegenwoordig schuil onder linoleum. In de gangen en lokalen zijn nog wel de oorspronkelijke ramen aanwezig (stalen in de gangen) maar de paneeldeuren zijn grotendeels vervangen. De kleuter-tegels boven de (verwijderde) kapstokjes dienden als herkenningspunt voor de jasplaatsen en zijn nog uit de begintijd. Deze tegels kunnen als kleine kunstwerkjes beschouwd worden omdat er 160 verschillende eenvoudige voorstellingen gemaakt zijn. De trap is, zoals gezegd, met twee grote decoratieve glas-in-loodramen verlicht. Deze compositie wordt gekenmerkt door oranje en kleine rode vierkante glasplaten. De wanden hier zijn zachtgeel en wit geschilderd.

Cultuurhistorische context

Dit schoolgebouw is als bijzonder te beschouwen omdat een bijzondere positie aan de Admiralengracht heeft gekregen en moest bijdragen aan de verfraaiing van het stadsbeeld. Ook het beschavingsconcept heeft daarbij een rol gespeeld. De fraaie architectuur had ook als doel om de ontwikkeling en smaak van de arbeiders te verbeteren. Een openbaar schoolgebouw nam in de maatschappij én in de wijk een bijzondere plek in, hetgeen tot uitdrukking komt in een meer uitgesproken en zorgvuldige vormgeving, compositie en interieurafwerking. Directeur van de afdeling Gebouwen, ingenieur Hulshoff had een team van bekwame architecten samengesteld die zich over de schoolontwerpen bogen.

De Klimop is een fraai voorbeeld van de kindvriendelijke schoolgebouwen uit de jaren dertig, die vormgegeven werden in de monumentale Amsterdamse School architectuur dat hier gekenmerkt wordt door een strakke, bijna grafische compositie van horizontale, verticale en diagonale elementen, samengestelde bouwdelen, beeldbepalende kappen, markante raampartijen en zorgvuldig gemetselde baksteengevels. Een en ander met een sterk stedebouwkundige betekenis. De vormgeving van het tamelijk eenvoudig gehouden, kleurige interieur sluit hierop aan en het feit dat dit op voor een deel in tact is, geeft het gebouw meerwaarde. Een vergelijkbare kleuterschool uit de jaren dertig, ook met een warm interieur en met een schoolplein voor de school dat als het ware wordt omarmt door zijvleugels, staat aan de Agamemnonstraat bij de Stadionkade.

De gemeente bouwde pas sinds 1909 mondjesmaat aparte scholen voor het voorbereidende onderwijs. De kleuterscholen waren lang 'het kind van de rekening' geweest omdat de wetsvoorstellen voor het lager onderwijs niet het onderwijs van de jonge kinderen betroffen. Pas in de eerste wet op het kleuteronderwijs, in de jaren vijftig van de twintigste eeuw, werd dit geregeld. In de negentiende eeuw werden verscheidene rapporten opgemaakt over de gemeentelijke opvang met beschrijvingen van de erbarmelijke toestanden van grote groepen verwaarloosde kleuters die opeengepakt in schamele vertrekken zaten. De gemeente was immers niet verplicht kleuterscholen te stichten. De behoefte bestond vooral bij de arbeidersgezinnen. De Socialistische-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) ijverde al jaren voor goed onderwijs van de arbeidersklasse. De afdeling onderwijs kwam in 1923 in handen van de SDAP onder de socialist Ed Polak en daarna zijn er zeer veel scholen gebouwd. De lagere scholen hadden indertijd voorrang bij de bouw terwijl de kleuterscholen door economische schaarste toch nog sluitpost bleven.

Duidelijk is de invloed van het montessorionderwijs in de kleuterscholenbouw. Montessori pleitte bijvoorbeeld voor lage borstweringen bij de voorgevel om de kleuters de gelegenheid te geven naar buiten te kijken. Deze school is een vroeg voorbeeld van de invloed van deze meer kindgerichte aanpak die Montessori voorstond. Ook het schoolplein met een speelgelegenheden in de zon behoort tot de verworvenheden van dit tijdsvak. Verder liet de hygiëne van de kleuters vaak nog te wensen over. De gemeente voorzag daarom de scholen van wasgelegenheden. Als voorbeeld dient de kleuterschool aan de Willem Schoutenstraat 1 waar de hele wasinrichting nog aanwezig is.

Conclusie

De voormalige school de Klimop voldoet aan de criteria voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst vanwege de architectonische waarde als geslaagd schoolvoorbeeld van de Amsterdamse Schoolarchitectuur van de Dienst der Publieke Werken in de jaren 1930. Daarmee is het ook van cultuurhistorische betekenis van een tijd waarin de gemeente de bouw en ontwikkeling van gedegen scholen, ook voor kleuters, voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis consciëntieus ter hand neemt. De stedenbouwkundige betekenis is gelegen in de markante opbouw in verschillende bouwdelen met beeldbepalende zadeldaken. De school is bovendien op hoofdlijnen en detail grotendeels gaaf.

© Bureau Monumentenzorg Amsterdam 2005/ 2013

Bezoekdatum: 24 januari 2005 / 2 juli 2013
Datum beschrijving: 3 november 2003 / 3 juli 2013
Auteur: Yteke Spoelstra / Hester Aardse
Architect: Dienst der Publieke Werken
Ontwerp: 1930

Monumentnummer: 0363/200677